Instellingen

1


Psalm 75 (74) • Confitebimur tibi. (Voor de koorleider, ‘Verderf niet’;

een musiceerstuk, v. Asaf, een zang.)

2


We brengen u dank, God,

wij danken u: nabij is uw naam!- ✡
vertellen
al uw wonderen.

3


‘Ja, ik grijp een samenkomst aan, ✡

ikzelf,
ik kom rechtuit rechtdoen;

4


versmelten

een aarde en allen die daar zetelen: ✡
die vastzet haar zuilen, dat ben ik.’ sela

5


Zeggen zal ik tot de dwazen:
   weest niet dwaas!- ✡

tot de boosdoeners:
verheft niet de hoorn!-

6


heft niet uw hoorn zo verheven,- ✡

gij die spreekt met het hoofd in de nek!

7


Want niet van zonsopgang
   en niet van de avond, ✡

niet
uit een woestijn komt de verheffing;

8


want rechter is God: ✡

hij vernedert de een,
de ander verheft hij.

9


Want in de hand van de Ene is een beker,

daarin schuimt wijn, overvloedig gemengd,-
   daaruit schenkt hij:
   slechts haar droesem
   slurpen en drinken ✡

alle
bozen op aarde.

10


En ik, ik zal het melden voor eeuwig, ✡

ik maak muziek
voor Jakobs God:

11


‘Al de horens van bozen houw ik af, ✡

de hoornen van een rechtvaardige
worden verheven!’