Hij stelt in het huis van de Ene de Levieten op met cimbalen, luiten en harpen, naar het gebod van David en Gad, de schouwer van de koning, en Natan, de profeet,- omdat dit gebod uit de hand van de Ene komt en uit de hand van zijn profeten. ••
Zo staan daar de Levieten met de instrumenten van David en de priesters met de trompetten. ••
27
Dan zegt Chizkiahoe: laat de opgangsgave opgaan op het altaar! Op het tijdstip dat de opgangsgave begon, begon het zingen voor de Ene en de trompetten, onder begeleiding van de instrumenten van Israëls koning David.
28
Allen van de vergadering bleven gebogen, het gezang werd gezongen en de trompetten trompetterden,- dit alles totdat de opgangsgave voleindigd was.
29
Toen ze het doen-opgaan hadden voleindigd,- knielden de koning en allen die zich bij hem bevonden en bogen zij zich.
30
Dan zegt koning Jechizkiahoe met de vorsten tot de Levieten dat ze de Ene moeten loven met de woorden van David, en Asaf, de ziener; zij loven hem totdat er vreugde is, werpen zich op de knieën en buigen zich. •