Instellingen

31


Deze Godheid, volmaakt is zijn weg;

wat de Ene zegt is gezuiverd,
een schild is hij
voor al wie schuilen bij hem.

32


Ja, wie mag God heten buiten de Ene?-

wie is een rots behalve onze God?

33


Deze Godheid is mij een veste van vermogen;

ik zal naspeuren hoe volmaakt zijn weg is.

34


Die mijn voeten maakt als de hinden,-

en op de hoogten mij laat stilstaan.

35


Die mijn handen leert hoe te vechten,-

mijn armen te spannen de bronzen boog.

36


Gij geeft mij het schild van uw uitredding,-

uw wekroep maakt mij sterk.

37


Mijn tred onder mij verruimt ge,

mijn enkels zwikken niet.

38


Ik joeg mijn vijanden na en heb ze verdelgd,-

ik keerde niet om tot ik ze had verdaan.

39


Ik verdeed ze, ik brak ze,
   ze stonden niet meer op,-

ze lagen gevallen onder mijn voeten.

40


Gij omgordt mij met macht om te vechten,-

mijn tegenstanders
   dwingt gij onder mij op de knieën.

41


Mijn vijanden

gaaft ge mij bij de nek,-
mijn haters, gij doet ze teniet.

42


Zij roepen om bevrijding,
   maar niemand redt,-

tot de Ene, maar hij antwoordt hun niet.

43


Ik maal ze fijn als het stof van de aarde,-

als vuil van straten vertreed ik
   en vertrap ik hen.

44


Gij doet mij ontkomen

uit de twistgedingen van mijn gemeenschap,-
bewaart mij om hoofd te zijn over volken,
een gemeenschap die ik niet kende
   zal mij dienen.

45


Zonen van den vreemde zullen mij vleien,-

zo snel als het oor hoort naar mij horen.

46


Zonen van den vreemde zullen verwelken,-

sidderend uit hun burchten verdwijnen.

47


Leve de Ene, gezegend mijn Rots,-

hoog verheven
mijn God, de Rots die mij redt!

48


De Godheid

die mij wraak geeft,-
en doet afdalen manschappen tot onder mij!

49


Die mij uitleidt weg van mijn vijanden,-

aan mijn tegenstanders ontheft ge mij,
ontrukt mij aan de man van gewelddaden.

50


Daarom zal ik u loven, Ene, bij de volken,-

musiceren voor uw naam!

51


Die grote reddingen brengt aan zijn koning,-

en vriendschap bewijst aan zijn gezalfde,
aan David en zijn zaad, tot in eeuwigheid!