Instellingen

26


Dan zegt God:

maken wij een –rode– mensheid
in ons beeld en als onze gelijkenis,-
laten zij neerdalen bij de vissen van de zee
en het gevogelte van de hemel,
bij het vee en bij alles van het land,
en bij alle kruipsel
   dat kruipt over het land!

27


God schept de –rode– mensheid in zijn beeld,

in het beeld van God
   heeft hij hem geschapen;

mannelijk en vrouwelijk
   heeft hij hen geschapen.