Dus lacht Sara in haar binnenste en zegt: nadat ik versleten ben zal mij nog wellust geschieden?- en mijn heer is oud geworden!
13
Dan zegt de Ene tot Abraham: waarom eigenlijk heeft Sara gelachen en gezegd ‘ach zal ik waarachtig baren, ik die zo oud ben geworden?’-
14
is voor de Ene een woord te wonderlijk?- tegen de samenkomsttijd zal ik tot jou terugkeren, in de tijd van levenschenken, en dan is er bij Sara een zoon!