Laban geeft haar zijn slavin Zilpa mee,- zijn dochter Lea tot slavin.
25
Het geschiedt in de ochtend: zie, het is Lea!- en hij zegt tot Laban: wat heb je me nu gedaan?- heb ik niet om Rachel bij je gediend?- waarom heb je me dan bedrogen?
26
Laban zegt: dat wordt nooit zo gedaan op onze plek: de geringere weggeven vóór het aanschijn van de eerstelinge;
27
vervul deze zevendagenplicht, geven zal ik je ook déze, voor het dienstwerk waarmee je bij mij zult dienen nog zeven jaren hierna!
28
Zo doet Jakob: hij vervult deze zevendagenplicht; dan geeft hij hem zijn dochter Rachel, hem tot vrouw.
29
Laban geeft aan zijn dochter Rachel zijn slavin Bilha mee, haar tot slavin.