Dan zegt de Ene, God: ziehier, de –rode– mens is geworden als een van ons en heeft kennis van goed en kwaad; welnu, laat hij niet zijn hand uitzenden: nemen zal hij ook van de boom des levens en eten zodat hij leeft voor eeuwig!
Dan zendt de Ene, God, hem heen uit de hof van Eden; om de –rode– grond te dienen waaruit hij is genomen;
24
hij verdrijft de –rode– mens,- en doet ten oosten van de hof van Eden wonen de cheroeviem en het flakkeren van het wentelende zwaard, ter bewaking van de weg naar de boom des levens. ••