Instellingen

7


Dan laat Jozef Jakob, zijn vader, komen

en doet hem staan voor Farao’s aanschijn;
Jakob zegent Farao!

8


Farao zegt tot Jakob:

als wat
de dagen en de jaren van uw leven?

9


Jakob zegt tot Farao:

de dagen van de jaren
   van mijn omzwervingen?-

dertig en honderd jaar;
weinig en boos
zijn ze geweest,
   de dagen van de jaren van mijn leven;

ze hebben niet bereikt
de dagen van de jaren
   van het leven van mijn vaderen

in de dagen van hún omzwervingen!

10


Jakob zegent Farao,

en gaat naar buiten,
   weg van Farao’s aanschijn.