Hij roept als naam voor hem uit ‘Noach’, troost,* Noach houdt verband met nacham dat uiteenlopende betekenissen heeft: troosten, spijt hebben, wraak uitoefenen. om te zeggen: déze zal ons troost verschaffen voor wat wij doen en voor de pijniging van onze handen aan de –rode– grond die de Ene vervloekt heeft.
|