Het huis is, toen het werd gebouwd, gebouwd van Salem-stenen uit de groeve; hamers, bijl en geen enkel ding van ijzer zijn in het huis te horen geweest toen het is gebouwd.
De ingang van de onderste zijkapel is bij de rechterschouder van het huis; langs een wenteltrap klimmen ze op naar de middelste en zo van de middelste naar de derde.
9
Hij begint met de bouw van het huis en voltooit het; hij dekt het huis af met kromhouten en rijen ceders.
10
Hij bouwt een uitbouw tegen heel het huis, telkens vijf ellen hoger oprijzend,- en laat die met cederbomen in het huis grijpen. •
11
Dan geschiedt het spreken van de Ene aan Salomo en zegt:
12
dit huis dat jij nu bouwt, als je voortgaat met mijn wetten, en mijn rechtsregels doet en al mijn geboden zult bewaren door daarmee voort te gaan,- gestand doen zal ik dan aan jou mijn spreken dat ik heb gesproken tot David, je vader,-
13
en wonen zal ik bij de zonen en dochters van Israël,- en mijn gemeente Israël niet verlaten! ••
14
Salomo begint de bouw van het huis en voltooit het ook.