Instellingen

9


gaf men bij boosdoeners hem een graf,

bij een rijke, in zijn dood,-
hoewel hij geen geweld heeft gepleegd
en er geen bedrog was in zijn mond.

10


De Ene

heeft het behaagd hem te verbrijzelen,
   ziek te maken,

maar nu zijn ziel
   zich aanbiedt als verontschuldiging

zal hij nazaten zien, zijn dagen verlengen,-
en wat de Ene behaagt
   zal door zijn hand gelukken.

11


Uit de ellende van zijn ziel zal hij licht zien,
   verzadigd worden

met kennis van hem;
een rechtvaardige, mijn dienaar,
   brengt rechtvaardiging voor de velen,-

wier ongerechtigheden hij torst.