Instellingen

5


De Ene gaat dóór

en spreekt nogmaals tot mij; hij zegt:

6


omdat

deze gemeente veracht heeft
de wateren van Sjiloach,
die zo zachtjes voortgaan,-
en dat tot verheuging van Retsien
   en de zoon van Remaljahoe,

7


daarom, zie, laat mijn Heer
   over hen rijzen
   de wateren van de Rivier,

zo sterk en zo overvloedig:
de koning van Asjoer
   en heel zijn heerlijkheid!-

reeds rees hij buiten al zijn beddingen,
reeds ging hij over al zijn oevers heen.

8


Hij zal Juda binnenglijden,
   het overspoelen en helemaal oversteken,

tot aan de hals zal het worden geraakt;
het zal zo zijn
   dat het strekken van zijn vleugels

de breedte van je land vult, Imanoe El!,-
   met-ons-is-God.

••

9


Doet maar kwaad, gemeenschappen,
   en valt omver,

neemt het ter ore,
alle verten der aarde!-
omgordt u, en valt omver,
omgordt u, ge valt omver!

10


Beraamt een raadslag,-
   die wordt verbroken;

verwoordt een woord, het houdt geen stand,
want imanoe el,- met ons is God!
••