Ik, ik was als een argeloos lam dat ter slachting geleid wordt; ik wist niet dat ze tegen mij gedachten bedacht hadden: ‘laten we de boom met zijn brood verderven en laten we hem wegsnijden uit het land der levenden, dat zijn naam nooit meer zal worden herdacht!’
20
Ene, Omschaarde, Rechter vol gerechtigheid, die de nieren en het hart proeft,- moge ik uw wraak op hen zien, want ik heb mijn geding gewenteld op u! ••
21
Daarom, zó heeft de Ene gezegd over de mannen van Anatot die je ziel zoeken en zeggen: profeteer niet meer in naam van de Ene dan sterf je niet door onze hand!- ••
22
daarom heeft de Ene, de Omschaarde. zó gezegd: zie, ik doe bezoeking aan hen: de jongemannen zullen sterven door het zwaard, hun zonen en hun dochters zullen sterven van de honger;
23
een rest blijft er van hen niet over,- want ik laat kwaad komen over Anatots mannen in het jaar van hun bezoeking! ••