Instellingen

18


De Ene heeft het mij doen weten

en nu weet ik het,-
sinds gij mij hun handelingen hebt laten zien!

19


Ik,

ik was als een argeloos lam
   dat ter slachting geleid wordt;

ik wist niet
   dat ze tegen mij gedachten bedacht hadden:

‘laten we de boom met zijn brood verderven
   en laten we hem wegsnijden
   uit het land der levenden,

dat zijn naam
   nooit meer zal worden herdacht!’

20

Ene, Omschaarde, Rechter vol gerechtigheid,
die de nieren en het hart proeft,-
moge ik uw wraak op hen zien,
want ik heb mijn geding gewenteld op u!
••

21


Daarom,

zó heeft de Ene gezegd
   over de mannen van Anatot

die je ziel zoeken en zeggen:
profeteer niet meer in naam van de Ene
dan sterf je niet door onze hand!-
••

22


daarom

heeft de Ene, de Omschaarde. zó gezegd:
zie, ik doe bezoeking aan hen:
de jongemannen zullen sterven
   door het zwaard,

hun zonen en hun dochters
zullen sterven van de honger;

23


een rest

blijft er van hen niet over,-
want ik laat kwaad komen
   over Anatots mannen
   in het jaar van hun bezoeking!

••