nemen zult ge een bundeltje hysop en dat dopen in het bloed in de schaal, en strijken zult ge aan de bovendorpel en de twee deurposten iets van het bloed in de schaal; en gij, ge zult, geen mán, de poort van zijn huis uit trekken tot ’s ochtends;
23
oversteken zal de Ene om Egypte te treffen, maar zien zal hij het bloed op de bovendorpel en op de twee deurposten; passeren zal de Ene de poort en dan zal hij het de verderver niet gunnen om in uw huizen te komen om iemand te treffen;
24
bewaken zult ge dit woord tot een inzetting voor u en uw zonen tot in eeuwigheid;
25
en wezen zal het wanneer ge aankomt in het land dat de Ene aan u gééft zoals hij heeft gesproken: bewaken zult ge dit dienstwerk;
26
en zal het zo wezen dat uw zonen tot u zeggen: wat ís dit dienstwerk voor u?-
27
zeggen zult ge dan: een pesach is dit voor de Ene, die de huizen van de zonen Israëls in Egypte is gepasseerd toen hij Egypte heeft getroffen en ónze huizen heeft laten ontkomen! Dan knielt de gemeente en buigen ze zich.
28
Ze gáán en doen zo, de zonen Israëls; zoals de Ene Mozes en Aäron heeft geboden, zó hebben zij gedaan. ••