Het geschiedt op de helft van de nacht: de Ene heeft geslagen alle eersteling op het land van Egypte, van de eersteling van Farao die zetelde op zijn troon tot de eersteling van de gekerkerde in het huis met de put; en alle eersteling van het vee.
Dan staat Farao op, ’s nachts,- hij en al zijn dienaren, ja heel Egypte, en er geschiedt een groot geschreeuw in Egypte,- want geen huis waar geen dode is!