De Ene zegt tot Mozes: klim op tot mij, de berg op, en wees daar; dan geef ik je de platen van steen, het onderricht en het gebod dat ik heb opgeschreven om hen te onderrichten!
Mozes staat op, en ook Jozua, zijn helper, en Mozes klimt op naar de berg van God.
14
Tot de oudsten heeft hij gezegd: zetelt u voor ons hier totdat wij tot u terugkeren; ziehier, Aäron en Choer zijn bij u; wie overmeesterd wordt door zaken kan nadertreden tot hen!
15
Mozes klimt op naar de berg; de wolk overdekt de berg.
16
Nu woont de glorie van de Ene op de berg Sinaï en overdekt de wolk hem, zes dagen lang; op de zevende dag roept hij Mozes toe vanuit de wolk.
17
Te zien is geweest de glorie van de Ene als een verterend vuur op de top van de berg,- voor de ogen van de zonen Israëls.
18
Mozes komt in de wolk en klimt de berg op; Mozes is op de berg veertigmaal een dag en veertigmaal een nacht. •