Dan zegt Mozes tot God: ziedaar, ik zal aankomen bij de zonen Israëls en tot hen zeggen: de God van uw vaderen heeft mij tot u gezonden!- als zij tot mij zeggen: wat is zijn naam?, wat zal ik dan tot hen zeggen?
Dan zegt God tot Mozes: ik zal er zijn* Zie de vorige noot., zoals ik er ben! Hij zegt: zó zul je tot de zonen Israëls zeggen: Ik-zal-er-zijn heeft mij tot u gezonden!