Maken zul je daarvan zalvingsolie voor heiliging, een geur uit de geurwinkel, zoals een geurmenger die maakt; zalvingsolie voor heiliging zal het wezen.
Zalven zul je daarmee de tent van samenkomst, de ark met de overeenkomst;
27
de tafel en al zijn gerei, de kandelaar en haar gerei; het altaar voor de wierook;
28
het altaar voor de opgangsgave en al zijn gerei; het bekken en zijn onderstel.
29
Heiligen zul je die en wezen zullen ze een heiligdom van heiliging; al wie ze aanraakt wordt geheiligd.
30
Ook Aäron en zijn zonen zul je zalven; heiligen zul je hen om priester te zijn voor mij.
31
De zonen Israëls zul je toespreken en zeggen: zalvingsolie voor heiliging zal dit voor mij wezen voor al uw generaties;
32
over mensenvlees zal het niet worden uitgegoten en naar het voorschrift daarvan zul je nooit iets maken zoals dat; voor heiliging is het, voor heiliging zal het wezen bij jullie;
33
de man die een geur maakt zoals die en daarvan weggeeft over wat er vreemd aan is, zal worden afgesneden van zijn medemensen! ••
34
Dan zegt de Ene tot Mozes: neem geurige kruiden: druppelhars, barnsteen en stinkgom, geurige kruiden en witte libanon; één op één zal het wezen.
35
Een wierook zul je daarvan maken, een geur zoals een geurmenger maakt; goed gemengd, zuiver, voor heiliging!