De Ene zegt tot Mozes: hak je twee stenen platen uit, als de eerste; schrijven zal ik op die platen de woorden die geweest zijn op de eerste platen, die je hebt verbrijzeld.
Wees tegen de ochtend gereed; opklimmen zul je in de ochtend naar de berg Sinaï, posteren zul je je dáár voor mij, op de top van de berg;
3
geen man mag met je mee opklimmen, en ook mag op heel de berg geen man zich laten zien; ook het wolvee en het rundvee mogen niet weiden tegenover die berg!
4
Hij hakt uit: twee stenen platen, als de eerste; dan recht Mozes in de ochtend zijn schouders en klimt op naar de berg Sinaï,- zoals de Ene hem heeft geboden; in zijn hand neemt hij mee: de twee stenen platen.