zó heeft gezegd de Ene, de Omschaarde: met grote naijver ben ik voor Sion gaan ijveren,- met grote gramschap ben ik voor haar gaan ijveren!
3
Zo heeft gezegd de Ene: terugkeren zal ik naar Sion, ik wil in Jeruzalem wonen; Jeruzalem zal genoemd worden de stad van de trouw, en de berg van de Ene, de Omschaarde, de berg van het heiligdom! ••
4
Zo heeft gezegd de Ene, de Omschaarde: nogmaals zullen er oude mannen en oude vrouwen zitten op Jeruzalems pleinen,- ieder met zijn stut in zijn hand vanwege de vele dagen;
5
en de pleinen van de stad zullen vol zijn van nieuwgeboren jongens en nieuwgeboren meisjes die op haar pleinen spelen! ••
6
Zó heeft gezegd de Ene, de Omschaarde: al zal het in die dagen te wonderlijk zijn in de ogen van de rest van deze gemeente, zal het ook in mijn ogen te wonderlijk zijn?, is de tijding van de Ene, de Omschaarde. •
7
Zó heeft gezegd de Ene, de Omschaarde: zie, ik red mijn gemeente uit het land van de dageraad,- en uit het land waar de zon aankomt;
8
doen komen zal ik hen er en wonen zullen zij in Jeruzalem; zij zullen mij tot gemeente zijn en ik zal er voor hen zijn als God, in trouw en in gerechtigheid! ••