Naardense Bijbel > zoeken
Hun beelden zijn zilver en goud, ✡ maaksel van de handen van een mens.
Ze hebben een mond, maar spreken geen woord, ✡ hebben ogen, maar zien niet.
Ze hebben wel oren, maar kunnen niet horen, ✡ een neus maar ademen niet.
Hun handen, ze voelen niet, hun voeten, ze kunnen niet gaan, ✡ met hun kelen murmelen ze niet.
Als zij, zo worden hun makers, ✡ al wie zich veilig waant bij hen!