Instellingen

4


Hun beelden zijn zilver en goud, ✡

maaksel van
de handen van een mens.

5


Ze hebben een mond,
   maar spreken geen woord, ✡

hebben ogen,
maar zien niet.

6


Ze hebben wel oren,
   maar kunnen niet horen, ✡

een neus
maar ademen niet.

7


Hun handen, ze voelen niet,

hun voeten, ze kunnen niet gaan, ✡
met hun kelen
murmelen ze niet.

8


Als zij, zo worden hun makers, ✡

al wie zich veilig waant bij hen!