1 | Psalm 118 (117) • Confitemini Domino. Dankt de Ene want hij is goed: ✡ ja, voor eeuwig is zijn vriendschap!
| |
2 | Zegge toch Israël na: ✡ ja, voor eeuwig is zijn vriendschap!
| |
3 | Zegge toch het huis van Aäron het na: ✡ ja, voor eeuwig is zijn vriendschap!
| |
4 | Zeggen toch wie de Ene vrezen het na: ✡ ja, voor eeuwig is zijn vriendschap!
| |
5 | Vanuit de benauwing riep ik de Ene, ✡ de Ene gaf mij antwoord, ook ruimte.
| |
6 | De Ene is met mij, ik vrees niet!- ✡ wat zal een mens mij doen!
| |
7 | De Ene is met mij, is bij mijn helpers, ✡ en ik, ik kan mijn haters aanzien!
| |
8 | Beter is het toevlucht te zoeken bij de Ene, ✡ dan veiligheid bij de mensen!
| |
9 | Beter toevlucht gezocht bij de Ene ✡ dan veiligheid bij voornamen!
| |
10 | Alle volkeren hadden mij omsingeld, ✡ met de naam van de Ene sneed ik door hen heen.
| |
11 | Ze omringden mij, ja hadden mij omsingeld, ✡ met de naam van de Ene sneed ik door hen heen.
| |
12 | Ze omringden mij als bijen, maar doofden als een vuur van distels; ✡ met de naam van de Ene sneed ik door hen heen.
| |
13 | Gestompt, gestoten werd ik, dat ik zou vallen, ✡ de Ene heeft mij geholpen!
| |
14 | Mijn kracht, mijn muziek is de Ene, ✡ hij werd mij tot redding!
| |
15 | Een stem van jubel en redding in de tenten der rechtvaardigen: ✡ de rechterhand van de Ene was krachtdadig!
| |
16 | De rechterhand van de Ene was verheven, ✡ de rechterhand van de Ene was krachtdadig!
| |
17 | Ik sterf niet, nee ik mag leven, ✡ ik mag vertellen de daden van de Ene!
| |
18 | Gekastijd heeft mij de Ene, gekastijd, ✡ maar aan de dood gaf hij mij niet prijs!
| |
19 | Opent voor mij gerechtigheids poorten: ✡ door hen wil ik binnenkomen, danken de Ene!
| |
20 | Dit is de poort naar de Ene, ✡ rechtvaardigen komen daardoor naar binnen!
| |
21 | Ik breng u dank, want u gaf mij antwoord, ✡ u werd mij tot redding!
| |
22 | De steen die de bouwers verachtten ✡ is geworden tot hoofd van een hoek.
| |
23 | Zij werd dat vanwege de Ene, ✡ zij is een wonder in onze ogen.
| |
24 | Dit is de dag die de Ene gemaakt heeft, ✡ laat ons juichen, verheugd zijn om hem!
| |
25 | Ach Ene, breng toch redding, ✡ ach Ene, laat het toch gelukken!
| |
26 | Gezegend die komt in de naam van de Ene, ✡ wij zegenen u vanuit het huis van de Ene!
| |
27 | God is de Ene, hij doet ons het licht zien, bindt nu met snoeren de feestrei ✡ tot aan de horens van het altaar!
| |
28 | Mijn God zijt gij, u wil ik danken, ✡ mijn God, u zal ik verheffen.
| |
29 | Brengt dank aan de Ene, want hij is góed, ✡ ja, voor eeuwig is zijn vríendschap!
| |