Naardense Bijbel > zoeken
Psalm 122 (121) • Lætatus sum. (Opgangenzang, v. David.) Ik was verheugd toen ze mij zeiden: ✡ wij gaan naar het huis van de Ene!
Nu staan onze voeten ✡ in jouw poorten, o Jeruzalem!
Jeruzalem, jij welgebouwde, ✡ als een stad wel-verbonden tezamen!
Waarheen stammen zijn gaan opklimmen, de stammen van de Ene; aan Israël is betuigd te danken ✡ de naam van de Ene.
Want daar zijn gezet: tronen voor het recht, ✡ tronen voor het huis van David.
Vraagt voor Jeruzalem vrede, ✡ dat welvarend worden wie jou beminnen!
In je omwalling zij vrede, ✡ welvaart in je paleizen!
Omwille van mijn broeders en mijn gezellen ✡ spreek ik uit: ‘vrede in jou!’
Omwille van het huis van de Ene, onze God ✡ zal ik het goede voor jou zoeken!