1 | Psalm 147 (146 en 147) Laudate Dominum & Lauda Ierusalem. Alleluia!- want muziek voor onze God, dat is goed, ✡ ja, lieflijk en passend is een lofzang!
| |
2 | Die Jeruzalem herbouwt is de Ene,- ✡ Israëls verjaagden stuwt hij weer bijeen;
| |
3 | die geneest verbrokenen van hart, ✡ hun verwondingen verbindt.
| |
4 | Die voor sterren hun aantal uittelt, ✡ voor die alle uitroept hun namen.
| |
5 | Groot is onze Heer, overvloedig in kracht, ✡ zijn verstand is niet te tellen;
| |
6 | die gebogenen doet staan is de Ene, ✡ die bozen ten val brengt ter aarde toe.
| |
7 | Buigt voor de Ene met een danklied, ✡ musiceert met de harp voor onze God!-
| |
8 | die met wolkendekens de hemelen afdicht, die over de aarde aanricht een regen, ✡ die op bergen gras doet ontspruiten;
| |
9 | aan gedierte z’n brood geeft, ✡ de zonen van een raaf waar zij om roepen.
| |
10 | Niet de paardenkracht bevalt hem, ✡ niet in de schenkels van de man schept hij behagen:
| |
11 | behagen heeft de Ene in wie hem vrezen, ✡ in wie het verbeiden van zijn vriendschap.
| |
12 | Jeruzalem, o roem de Ene, ✡ o Sion, loof je God!
| |
13 | Want hij heeft de grendels van je poorten versterkt, ✡ in jouw binnenste gezegend je zonen;
| |
14 | hij, in je gebied de stichter van vrede, ✡ die je met de room van tarwe verzadigt;
| |
15 | hij die zijn aanzeggingen ter aarde uitzendt, ✡ met haast zijn woord dat daarheen snelt;
| |
16 | die sneeuw weggeeft als was het wol, ✡ en rijp als as in het rond strooit;
| |
17 | in kruimels zijn ijzel neerzendt,- ✡ verschijnt zijn vrieskou, wateren stollen!
| |
18 | Dan zendt hij zijn woord en laat ze smelten, ✡ hij laat waaien zijn adem: wateren vloeien.
| |
19 | Die zijn woord meldde aan Jakob, ✡ aan Israël zijn inzettingen, zijn regels:
| |
20 | aan geen volk heeft hij zo gedaan; rechtsregels: de zijne kennen zij niet!- ✡ Alleluia!
| |