in weiden vol groen vlijt hij mij neer, ✡ hij voert mij mee naar wateren van rust;
3
mijn ziel keert door hem in mij terug, ✡ hij leidt mij in sporen van gerechtigheid omwille van zijn naam!
4
Ook als ik moet gaan door een dal vol schaduw van dood,- kwaad zal ik niet vrezen, want gij zijt bij mij; ✡ uw staf en uw stok, die zullen mij vertroosten.
5
Gij bereidt voor mijn aanschijn een tafel tegenover mijn benauwers; ✡ gij zult mijn hoofd betten met olie, mijn beker is overvol!
6
Mij achtervolgen slechts goedheid en vriendschap, al de dagen van mijn leven; ✡ terugkeren mag ik in het huis van de Ene tot in lengte van dagen!