Instellingen

1


Psalm 27 (26) • Dominus illuminatio. (v. David.)


De Ene is mijn licht en mijn redding,
voor wie zal ik vrezen?- ✡
de Ene is mijns levens veste,
voor wie dan nog verschrikt?

2


Toen tegen mij naderden mensen vol kwaad
   om mijn vlees te verslinden,

mijn benauwers
en mijn vijanden om mij heen, ✡
zijn zij zelf gestruikeld en gevallen!

3


Al legert zich tegen mij een leger,
   mijn hart wordt niet bevreesd,-

al staat een oorlog tegen mij op, ✡
toch weet ik
mij hier veilig.

4


Eén ding vroeg ik van de Ene
   en dat is wat ik zoek:

te zetelen in het huis
van de Ene al de dagen van mijn leven, ✡
om te aanschouwen
de lieflijkheid van de Ene,
de ochtend te zien gloren in zijn tempel!

5


Want hij laat mij schuilen in een loofhut
   ten dage van het kwaad, hij zal mij bergen

in het verborgene van zijn tent, ✡
op een rots
zal hij mij heffen!

6


En nu zal zich opheffen mijn hoofd

over mijn vijanden rondom mij,
zal ik offeren in zijn tent
offers met geschal, ✡
ik zal zingen en spelen
voor de Ene!

7


Hoor, Ene, mijn stem nu ik roep, ✡

begenadig mij, geef mij antwoord!

8


Van u zei mijn hart steeds:
   ‘zoekt zijn aanschijn!’- ✡

Ene, uw aanschijn zal ik zoeken!

9


Wil uw aanschijn niet voor mij verbergen,
   wijs uw dienaar niet toornig af,

gij waart toch mijn hulp; ✡
wil mij niet verstoten, niet verlaten,
o mijn God, mijn redding!

10


Al hebben mijn vader en mijn moeder
   mij verlaten, ✡

de Ene verzamelt mij bij de zijnen.

11


Ene, wijs mij uw weg
   en leid mij op een effen pad, ✡

omwille van
wie op mij letten!

12


Geef mij niet over
   aan de keel van mijn benauwers, ✡

nu tegen mij zijn opgestaan valse getuigen,
snoevers vol geweld.

13


O, als ik niet had vertrouwd

te zien de goedheid van de Ene
in het land der levenden!

14


Hoop

op de Ene: wees sterk,
je hart zij onversaagd, ✡
blijf hopen
op de Ene!