1 | Psalm 33 (32) • Exultate, iusti. Rechtvaardigen, jubelt om de Ene, ✡ voor de oprechten is lofprijs een pracht!
| |
2 | Brengt dank aan de Ene bij de harp, ✡ bij de luit met-tien-snaren,- maakt voor hem muziek!
| |
3 | Zingt voor hem een nieuw gezang!- ✡ op z’n schoonst moet ge spelen, dat het schalt!
| |
4 | Want rechtuit is het spreken van de Ene, ✡ al wat hij maakt getuigt van trouw.
| |
5 | Hij mint gerechtigheid en recht, ✡ van de vriendschap van de Ene is de aarde vol.
| |
6 | Door het woord van de Ene zijn de hemelen gemaakt, ✡ door de geestesadem van zijn mond heel hun heirschaar!
| |
7 | Stuwend als een wal de wateren der zee, ✡ oervloeden bergend in zijn schuren.
| |
8 | Dat ze vrezen voor de Ene: heel de aarde, ✡ voor hem duchten: allen die zetelen op de wereld!
| |
9 | Want hij zei, en het werd, ✡ hij gebood en het kwam tot stand.
| |
10 | De Ene brak het plan der volkeren, ✡ verijdelde wat manschappen beraamden.
| |
11 | Maar het plan van de Ene staat voor eeuwig, ✡ de raadslagen van zijn hart van geslacht tot geslacht.
| |
12 | Zalig is het volk welks God is de Ene, ✡ de gemeente die hij zich uitkoos ten erfdeel!
| |
13 | Uit de hemelen keek de Ene, ✡ zag hij alle zonen van de mens.
| |
14 | Vanwaar zijn zetel staat ging zijn aandacht ✡ naar al wie zetelen op de aarde.
| |
15 | Die formeerde hun aller hart ✡ is het die al hun daden onderscheidt!
| |
16 | Geen koning wordt gered door overvloed aan macht, ✡ een held wordt niet ontrukt door overmaat aan kracht.
| |
17 | Gelogen dat het paard je kan redden!- ✡ hoe groot ook zij zijn vermogen, ontkoming brengt het niet!
| |
18 | Zie, het oog van de Ene is op wie hem vrezen, ✡ wie het verbeiden van zijn vriendschap.
| |
19 | Om hun ziel te ontrukken aan dood, ✡ hen bij honger te doen leven.
| |
20 | Onze ziel verwacht de Ene: ✡ onze hulp en ons schild is hij.
| |
21 | Ja, ons hart vindt vreugde bij hem, ✡ ja, bij zijn naam hoogheilig zijn wij veilig!
| |
22 | Kome uw vriendschap, Ene, over ons, ✡ gelijk wij u hebben verbeid!
| |