Naardense Bijbel > zoeken
Psalm 36 (35) • Dixit iniustus. (Voor de koorleider, voor de dienaar van de Ene, v. David.)
Een misstap wordt de boze ingefluisterd diep in zijn hart, ✡ geen schrik voor God staat hem voor ogen.
Want het ontglipt hem aan zijn ogen ✡ om zijn onrecht te ontdekken, om het te haten.
De woorden van zijn mond zijn onheil en bedrog, ✡ hij is opgehouden om te onderwijzen, om goed te doen.
Onheil beraamt hij op zijn bed, hij posteert zich op een weg van geen goed, ✡ kwaad versmaadt hij niet.
Ene, tot in de hemelen reikt uw vriendschap, ✡ uw trouw tot aan de wolken!
Uw gerechtigheid is als goddelijke bergen, uw rechtspraak als een oervloed overvloedig; ✡ mens en dier redt gij, Ene!
Hoe kostbaar is uw vriendschap!- goden en zonen van Adam ✡ vinden toevlucht in de schaduw van uw vleugels.
Ze laven zich aan het vette van uw huis, ✡ een beek uit uw paradijzen drenkt hen.
Ja, bij u is de bron van leven, ✡ in uw licht zien wij licht.
Strek uit uw vriendschap over wie u kennen, ✡ uw gerechtigheid over oprechten van hart.
Nooit kome over mij een voet vol hovaardij ✡ en de hand van bozen doe mij niet dolen.
Daar zijn gevallen de bedrijvers van onheil, ✡ neergestoten, niet meer machtig tot opstaan!