Instellingen

1


Psalm 7 • Domine, Deus meus. (Klaaglied,

v. David, dat hij zong voor de Ene,-
om de woorden van Koesj
de Benjaminiet.)

2


Ene, mijn God,
   ik heb toevlucht gezocht bij u: ✡

red mij van al mijn achtervolgers,
ontruk mij!

3


Anders rooft hij als een leeuw mijn ziel, ✡

sleurt mee,
en niemand die ontrukt!

4


Ene, mijn God, als ik dat heb gedaan, ✡

als er onheil lag in de holte van mijn hand;

5


als ik wie mijn vrede zochten
   ooit vergold met kwaad,- ✡

en plunderde wie zonder oorzaak
mij benauwden,

6


laat dan een vijand mijn ziel achtervolgen,

inhalen,
in de grond trappen mijn leven!- ✡
mijn glorie
mag hij doen wonen in het stof! sela

7


Sta op, Ene, in uw toorn,

verhef u om het woeden van wie
mij benauwen; ✡
ontwaak, mijn God,
recht hebt ge geboden!

8


Een samenkomst van natiën
   zal u omringen, ✡

wees hoog
boven haar gezeten!

9


De Ene zal gemeenschappen oordelen:
   richt mij, Ene,- ✡

en vergeld mij naar mijn gerechtigheid
en gaafheid!

10


Laat het met het kwaad van bozen uit zijn

en bevestig een oprechte, proever van harten
en nieren,- ✡
o God, zelf een oprechte!

11


Mijn schild over mij is God, ✡

een redder
van wie rechtuit zijn van hart!

12


God is een rechter rechtvaardig,- ✡

een godheid
woedend heel de dag!

13


Als hij niet omkeert wet hij zijn zwaard, ✡

zijn boog heeft hij gespannen,
hij legt hem aan!

14


Voor zich heeft hij vaststaan
   wapens vol dood, ✡

tot brandende schichten maakt hij
zijn pijlen!

15


Zie, hoe hij zwelgt in onheil, ✡

zwanger werd van ellende
en niets baarde dan leugen!

16


Een kuil dolf hij en groef die uit, ✡

en hij valt zelf
in de beerput die hij maakte!

17


De ellende die hij bracht
   keert terug op zijn hoofd, ✡

op zijn schedel
daalt zijn geweld nu neer!

18


Danken zal ik de Ene
   om zijn gerechtigheid, ✡

bemusiceren
de naam van de Ene-in-den-hoge!