1 | Psalm 81 (80) • Exultate Deo. (Voor de koorleider, op ‘De Gititische’, v. Asaf.)
| |
2 | Laat juichen voor God onze sterkte, ✡ doet schallen voor Jakobs God!
| |
3 | Brengt muziek, geeft een trom aan, ✡ een lieflijke harp en een luit!
| |
4 | Stoot op een ramshoorn bij nieuwe maan, ✡ en bij volle maan: op de dag van ons feest!
| |
5 | Ja, dit is voor Israël gezet, ✡ recht-en-regel voor Jakobs God;
| |
6 | als overeenkomst in Jozef heeft hij die gesteld, toen hij uittoog over het land van Benauwing. ✡ Taal die ik niet kende mocht ik horen:
| |
7 | ik onttrok aan de drukkende last zijn schouder, ✡ zijn handpalmen mochten leeg aan de draagkorf voorbij!-
| |
8 | in de benauwing riep je, ik ontrukte je, in donder verborgen gaf ik je antwoord, ✡ bij Meriva’s water proefde ik wie je was! sela
| |
9 | Hoor, mijn gemeente, ik getuig tegen jou, ✡ Israël, als je naar mij zou willen horen!
| |
10 | Laat niet bij je toe een god die je vreemd is, ✡ buig je niet voor een godheid uitheems!
| |
11 | Ik ben de Ene, je God, die je uit het land van Benauwing liet opklimmen; ✡ wijd open je mond en ik zal hem vullen!
| |
12 | Maar mijn gemeente hoorde niet naar mijn stem, ✡ Israël heeft met mij niet gewild!
| |
13 | En ik laat hen los, zo zeker van hart als ze zijn, ✡ volgens eigen raadslagen gaan zij nu hun gang!
| |
14 | O, als mijn gemeente naar mij zal horen, ✡ Israël, als ze mijn wegen zullen gaan:
| |
15 | hun vijanden verootmoedig ik binnenkort, ✡ tegen hun benauwers zal ik keren mijn hand!
| |
16 | Die de Ene haten zullen voor hem kruipen, ✡ en hun tijd zal komen voor eeuwig!
| |
17 | Dan doet hij hen eten van het vetste van tarwe: ✡ ‘ik verzadig je met honing uit een rots!’
| |