1 | Psalm 86 (85) • Inclina, Domine. (Een gebed, v. David.)
Neig, Ene, uw oor en antwoord mij, ✡ want ik ben ellendig en arm!
| |
2 | Waak over mijn ziel, ik ben toch een vriend!- red uw dienaar, gij mijn God, ✡ die op u zich verlaat!
| |
3 | Mijn Heer, wees mij genadig, ✡ want tot u roep ik heel de dag!
| |
4 | Verheug de ziel van uw dienaar, ✡ want tot u, Heer, hef ik op mijn ziel!
| |
5 | Want gij, mijn Heer, zijt goed en vergevend, ✡ groot in vriendschap voor allen die tot u roepen.
| |
6 | Leen het oor, Ene, aan mijn gebed, ✡ sla acht op mijn stem, mijn smeken om genade!
| |
7 | Op de dag van mijn benauwing roep ik tot u, ✡ want gij zult mij wel antwoorden!
| |
8 | Geen bij de goden, mijn Heer, is als gij, ✡ geen met daden als de uwe!
| |
9 | Alle volkeren -uw daad!- zullen komen, buigen voor uw aanschijn, Heer, ✡ en glorie geven aan uw naam!
| |
10 | Want groot zijt gij, gij doet wonderen, ✡ gij, God, gij alleen!
| |
11 | Wijs mij, Ene, uw weg, ik wil hem gaan in trouw aan u; ✡ richt mijn hart op dit ene: op de vreze voor uw naam!
| |
12 | Ik wil u danken, Heer mijn God, met heel mijn hart, ✡ glorie geven aan uw naam voor eeuwig!
| |
13 | Want groot is over mij uw vriendschap, ✡ ge hebt mijn ziel ontrukt aan het onderste van de hel!
| |
14 | God, vermetelen stonden tegen mij op, geweldenaars zochten in samenkomst mijn ziel, ✡ stelden zich u niet als hun tegenover!
| |
15 | Gij, Heer, zijt een God van ontferming en genade, ✡ lankmoedig, groot in vriendschap en trouw!
| |
16 | Wend u tot mij, wees mij genadig, geef kracht van u aan uw dienaar, ✡ doe uw reddende werk aan de zoon van uw dienstmaagd!
| |
17 | Doe aan mij een teken ten goede, laat mijn haters het zien en beschaamd zijn, ✡ hoe gij, Ene, mij hebt geholpen en mij hebt getroost!
| |