Een oog dat met een vader spot en gehoorzaamheid aan moeder minacht, de raven van het beekdal pikken het uit,- en de jongen van een adelaar vreten het op! ••
Drie dingen zijn voor mij te wonderlijk,- van een viertal weet ik niets:
19
de weg van de adelaar door de hemel, de weg van een slang over een rots, de weg van een schip door het hart van een zee,- en de weg van een vent bij een meid;
20
zó de weg van een overspelige vrouw, die zal eten, haar mond afvegen,- en zeggen: ik heb niets verkeerds verricht! •
21
Onder drie dingen zal de aarde beven,- onder vier die zij niet kan dragen:
22
onder een dienstknecht als die koning wordt,- en een nietsnut als die wordt verzadigd met brood,
23
onder een gehate als zij wordt gehuwd,- en een slavin als zij haar gebiedster wegjaagt! •