Instellingen

17


Een oog dat met een vader spot
   en gehoorzaamheid aan moeder minacht,
   de raven van het beekdal pikken het uit,-

en de jongen van een adelaar vreten het op!
••

18


Drie dingen zijn voor mij te wonderlijk,-

van een viertal
weet ik niets:

19


de weg van de adelaar door de hemel,
   de weg van een slang

over een rots,
   de weg van een schip
   door het hart van een zee,-

en de weg van een vent bij een meid;

20


zó de weg van een overspelige

vrouw, die zal eten, haar mond afvegen,-
en zeggen:
ik heb niets verkeerds verricht!

21


Onder drie dingen zal de aarde beven,-

onder vier
die zij niet kan dragen:

22


onder een dienstknecht
   als die koning wordt,-

en een nietsnut
als die wordt verzadigd met brood,

23


onder een gehate als zij wordt gehuwd,-

en een slavin
als zij haar gebiedster wegjaagt!