toen hij pluiswolken stevigheid gaf daarboven,- toen hij de wellen van de oervloed hun sterkte verleende;
29
toen hij voor de zee zijn voorschrift vaststelde, dat de wateren niet aan het woord van zijn mond mochten voorbijgaan,- toen hij de fundamenten der aarde beschreef,
30
was ik aan zijn zijde als troetelkind, en was ik zijn geluk dag aan dag,- spelend voor zijn aanschijn te aller tijd,
31
spelend op het vlak van zijn aarde,- en mijn geluk lag bij de zonen van Adam! •