Op dat moment geeft Jezus zijn oordeel: ik dank u, Vader, Heer van de hemel en het aardland, dat gij deze dingen hebt verborgen voor wijzen en verstandigen en ze hebt onthuld aan onmondigen;
Alles is aan mij overgegeven door mijn Vader, en niemand behalve de Vader kent de Zoon, en behalve de Zoon en aan wie de Zoon het wil onthullen kent niemand de Vader!
28
Hierheen, naar mij toe, allen die vermoeid en belast zijt, en ík zal u rust geven!
29
Neemt mijn juk op u en leert van mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart* Of: voor het hart., en ge zult rust vinden voor uw zielen (Jer. 6,16);