Als Jezus het hoort neemt hij de wijk daarvandaan, in een boot naar een plek waar de woestijn is om in afzondering te zijn. De scharen die daarvan horen volgen hem vanuit de steden te voet.
Als hij uitstapt ziet hij een talrijke schare, en is om hen bewogen; hun kwakkelaars geneest hij.
15
Maar als het avond wordt, komen de leerlingen tot hem en zeggen: deze plek is een woestijn, en het etensuur is al voorbijgegaan; laat de scharen dan los, opdat ze weggaan naar de dorpen en voor zichzelf levensmiddelen kopen!
16
Maar Jezus zegt tot hen: ze hebben het niet nodig weg te gaan: geeft gíj hun te eten!
17
Zij zeggen tot hem: we hebben hier niets behalve vijf broden en twee vissen!
18
Maar hij zegt: brengt die hier naar mij toe!
19
Hij beveelt de scharen te gaan aanliggen op het gras. Hij neemt de vijf broden en de twee vissen, kijkt op naar de hemel en zegent (God). Hij breekt de broden en geeft ze aan de leerlingen, en de leerlingen aan de scharen.
20
Allen eten en worden verzadigd. Als ze wat er over is van de brokken ophalen, zijn dat twaalf volle korven.
21
Die hebben gegeten, dat zijn zo’n vijfduizend mannen geweest, afgezien van vrouwen en kinderen.