Instellingen

22


Meteen dwingt hij de leerlingen

de boot in te stappen
en voor hem uit
naar de overkant te varen,
terwijl hij zich van de scharen
losmaakt.

23


Hij maakt zich van de scharen los

en klimt het bergland in,
om in afzondering te aanbidden.
Toen het avond werd
was hij daar alleen.

24


Maar de boot heeft zich al vele stadiën

van het land af opgehouden,
geteisterd door de golven,
want de wind is tegen geweest.

25


In de vierde nachtwake

komt hij naar hen toe,
wandelend over de zee.

26


Maar als de leerlingen

hem zien wandelen over de zee,
zijn ze verbijsterd; ze zeggen:
dat is een spook!, en ze
schreeuwen van vrees.

27


Maar meteen spreekt Jezus tot hen

en zegt: houdt moed, ík ben het,
vreest niet!

28


Ten antwoord aan hem zegt Petrus:

heer, als u het bent, beveel mij
over de wateren tot u te komen!

29


En hij zegt: kom!

Petrus daalt neer van de boot af,
wandelt over de wateren
en komt aan bij Jezus.

30


Maar als hij naar de wind kijkt

wordt hij bevreesd
en begint te zinken;
hij schreeuwt het uit en zegt:
heer, red mij!

31


Meteen strekt Jezus de hand uit,

neemt hem vast
en zegt tot hem: kleingelovige,
waartoe stond je zo onvast?

32


Zij klimmen op naar de boot

en de wind gaat liggen.

33


Die in de boot

brengen hem hulde en zeggen:
u bent werkelijk een zoon van God!

34


Ze steken over en komen op het land aan

in Gennesaret.