Instellingen

1


Maar laat op sabbat,

in het oplichten van de eerste
van de sabbatsweek,
komt Maria Magdalena,
en ook de andere Maria,
om het graf te aanschouwen.

2


En zie, er geschiedt een groot beven.

Want een engel van de Heer
daalt neer uit de hemel,
komt naderbij, wentelt de steen weg
en gaat er bovenop zitten.

3


Zijn aanzien is als een bliksem,

en zijn kleding wit als sneeuw.

4


Van de vrees voor hem

béven de bewaarders
en worden ze als doden.

5


Maar ten antwoord zegt de engel

tot de vrouwen: weest gíj niet bevreesd;
ik weet immers dat ge Jezus zoekt,
de gekruisigde;

6


hij is niet hier, want hij is opgewekt,

zoals hij heeft gezegd;
hierheen, ziet de plek waar hij heeft gelegen;

7


maakt snel voort en zegt

aan zijn leerlingen
dat hij is opgewekt uit de doden,
en zie, hij gaat u vóór
naar Galilea,-
dáár zult ge hem zien;
zie, dit had ik u te zeggen!

8


Snel gaan ze weg van de gedenkplaats,

in vreze en grote vreugde,
en haasten zich om het
aan zijn leerlingen te verkondigen.

9


En zie, Jezus treedt hen tegemoet

en zegt: met-vreugde-gegroet!
Zij komen nader, grijpen zijn voeten vast
en brengen hem hulde.

10


Dán

zegt Jezus tot hen: vreest niet!-
gaat heen,
verkondigt aan mijn broeders
dat ze moeten weggaan naar Galilea,
en dáár zullen ze mij zien!

11


Maar terwijl zij voortmaken,

zie, enkelen van de tempelwacht
komen de stad in
en verkondigen aan de heiligdomsoversten
alles wat is geschied.

12


In een vergadering met de oudsten

nemen zij een raadsbesluit
en geven rijkelijk zilverstukken
aan de soldaten,

13


zeggend: zegt dat zijn leerlingen

vannacht toen wij sliepen
hem zijn komen stelen!-

14


en mocht dit gehoord worden

bij de landvoogd,
dan zullen wíj hem overreden
en zo doen dat gíj geen zorgen krijgt!

15


Zij nemen de zilverstukken aan

en doen zoals zij onderricht zijn.
Dit woord is bij Judeeërs verbreid
tot op vandaag.

16


Maar de elf leerlingen

maken voort naar Galilea,
naar de berg waar Jezus
hen heeft ontboden,

17


en als ze hem zien brengen ze hem hulde,

al twijfelen sommigen.

18


Jezus komt naderbij

en spreekt tot hen; hij zegt:
mij is gegeven alle gezag
in hemel en op aarde;

19


maakt dan voort, maakt

alle volkeren tot leerlingen,
hen dopend in de naam
van de Vader en van de Zoon
en van de heilige Geest,

20

hen onderrichtend in het bewaren
van al wat ik u heb geboden;
en zie, ík ben met u,
al de dagen, tot aan de voleinding
van de wereldtijd!