Instellingen

14


Dán

komen de leerlingen van Johannes
tot hem en zeggen:
waarom vasten wíj en de Farizeeërs wél,
maar vasten úw leerlingen niet?

15


En Jezus zegt tot hen:

de ‘zonen van het bruidsvertrek’
zijn toch niet bij machte om te rouwen
zo lang de bruidegom bij hen is?-
maar er zullen dagen komen
waarin de bruidegom van hen is weggehaald
en dán
zullen zij vasten;

16


niemand werpt een opwerpstuk

van ongekrompen laken
op een oud kleed;
want dat haalt zijn vulstuk
los van het kleed,
en een ergere scheuring geschiedt;

17


ze werpen ook geen nieuwe wijn

in oude zakken,
anders barsten de zakken,
wordt de wijn vergoten
en gaan de zakken verloren;
nee, ze werpen nieuwe wijn
in nieuwe zakken,
en beide blijven bewaard!