want, hebben ze gezegd, hij treedt buiten zichzelf! De schriftgeleerden die uit Jeruzalem afdalen, hebben gezegd: hij heeft Beëlzeboel (in zich)!, en: één met de overste der demonieën werpt hij de demonieën uit!
Hen tot zich roepend heeft hij in tegenwerpspreuken* Of: zinnebeelden. tot hen gezegd: hoe is een satan bij machte een satan uit te werpen?-
24
en als een koninkrijk tegen zichzelf verdeeld raakt, is het niet bij machte staande te blijven, dat koninkrijk;
25
als een huishouden tegen zichzelf verdeeld raakt, dan kan dat huis onmogelijk staan;
26
en als de satan tegen zichzelf opstaat en verdeeld raakt, kan hij onmogelijk standhouden, nee, dan heeft hij een einde;
27
nee, niemand is bij machte het huis van de sterke binnen te komen om diens spullen te roven, als hij de sterke niet eerst vastbindt; en dán zal hij diens huis leegroven;
28
amen is het, zeg ik u: alles zal aan de mensenzonen vergeven worden, de bezondigingen en evenveel lasteringen als waarmee ze zullen lasteren,
29
maar als iemand lastert tegen de heilige Geest, die heeft tot in eeuwigheid geen vergeving, nee, die heeft deel aan eeuwige bezondiging!
30
(Dit) omdat zij hebben gezegd: hij heeft een onreine geest in zich!