Instellingen

1


Hij gaat weg daarvandaan

en komt in zijn vaderstad aan;
zijn leerlingen volgen hem.

2


Het wordt sabbat

en hij begint eraan onderricht te geven
in de samenkomst;
en de velen die horen
zijn verslagen geweest en hebben gezegd:
vanwaar heeft hij deze dingen
en wat is de wijsheid
die aan hem wordt gegeven?-
en zulke krachten,
die door zijn handen geschieden?-

3


is hij dan niet de timmerman,

de zoon van Maria
en de broer van Jakobus, Joses, Juda
en Simon?-
en zijn zijn zussen niet hier bij ons?
Ze zijn over hem gestruikeld.

4


En Jezus heeft tot hen gezegd:

een profeet is nooit ongeëerd,
behalve in zijn vaderstad,
onder zijn verwanten en in eigen huis!

5


Hij is niet bij machte geweest

daar één enkele (daad van) kracht te doen,
behalve aan enkele stumpers,-
die hij de handen oplegt en geneest.

6


Hij verwondert zich

over hun ongeloof,
en is de dorpen in het rond langsgetrokken
en heeft daar onderricht gegeven.

7


Hij roept de twaalf tot zich

en begint ze uit te zenden,
twee aan twee,
nadat hij hun gezag heeft gegeven
over de onreine geesten.

8


Hij kondigt voor hen af

dat ze niets mogen meenemen op weg
dan alleen een stok,-
geen brood, geen ransel,
geen kopergeld in de gordel,

9


maar wel sandalen ondergebonden;

‘en trekt geen twéé onderhemden aan!’

10


Ook heeft hij tot hen gezegd:

overal waar ge een huis
binnen moogt komen,
blijft daar totdat ge daarvandaan weggaat;

11


en als een plek u niet ontvangt

en ze niet naar u horen,
trekt daarvandaan weg en
schudt het stof af
dat onder uw voeten (zit),-
hun tot getuigenis!

12


Zij gaan eropuit en prediken

dat ze zich moeten bekeren.

13


Vele demonieën hebben ze uitgeworpen

en vele stumpers gezalfd met olijfolie
en genezen.

14


Koning Herodes hoort (over hem),

want zijn naam is openbaar geworden,
en ze hebben wel gezegd:
Johannes de Doper
is opgewekt uit de doden
en daardoor werken de krachten in hem!

15


Maar anderen hebben gezegd:

het is Elia!
Anderen hebben gezegd: een profeet
als één van de profeten!

16


Maar toen Herodes over hem hoorde,

heeft hij gezegd:
die ík heb onthoofd, Johannes,
díe is opgewekt!

17


Zelf immers heeft Herodes

(mensen) uitgezonden, Johannes overmeesterd
en hem gebonden gehouden in een bewaking,
vanwege Herodias,
de vrouw van zijn broer Filippus,
omdat hij haar gehuwd heeft.

18


Want Johannes had tot Herodes gezegd:

dat mag u niet,
de vrouw van uw broer hebben!

19


Maar Herodias heeft dat tegen hem gehad,

heeft hem willen doden,
en is daartoe niet bij machte geweest;

20


want Herodes is bevreesd geweest

voor Johannes;
beseffend dat hij een
rechtvaardig en heilig man was,
en hij heeft hem beschermd;
als hij hem hoorde
was hij veelvuldig in verlegenheid;
evenwel hoorde hij hem gaarne.

21


En als een dag van goed moment aanbreekt,

wanneer Herodes voor zijn genesisfeesten
een maaltijd klaarmaakt
voor zijn grootsten,
de oversten over duizend
en de eersten van Galilea,

22


en de dochter van haar, Herodias,

binnenkomt en danst,
behaagt zij Herodes
en die met hem aanliggen.
De koning zegt tot het meisje:
vraag mij wat je ook wilt, en ik zal het je geven!

23


Hij bezwéért haar:

wat je ook vraagt zal ik je geven,
‘tot de helft van mijn koninkrijk’

(Est. 5,3-6; 7,2)!

24


Als zij naar buiten komt

zegt zij tot haar moeder: wat zal ik vragen?
En die zegt: het hoofd van Johannes de Doper!

25


En meteen komt zij met haast

bij de koning binnen
en stelt haar vraag; ze zegt:
ik wil dat u mij onmiddellijk geeft, op een bord,
het hoofd van Johannes de Doper!

26


De koning wordt zeer bedroefd,

maar vanwege zijn bezweringen
en hen die aanliggen,
wil hij haar niet afwijzen.

27


Meteen zendt de koning een lijfwacht uit

en draagt hem op om zijn hoofd te brengen.
Die gaat weg
en onthoofdt hem in de bewaking;

28


hij brengt zijn hoofd, op een bord,

en geeft het aan het meisje,
en het meisje geeft het aan haar moeder.

29


Zijn leerlingen horen ervan, komen,

halen zijn lijk op en leggen dat in een graf.

30


De apostelen

verzamelen zich bij Jezus
en verkondigen aan hem wat zij
hebben gedaan en wat zij onderricht hebben.