Instellingen

30


De apostelen

verzamelen zich bij Jezus
en verkondigen aan hem wat zij
hebben gedaan en wat zij onderricht hebben.

31


Hij zegt tot hen:

hierheen, jullie zelf in afzondering,
naar een plek in de woestijn,
en rúst wat!
Want die kwamen en gingen
zijn met velen geweest,
en zij hebben geen goed moment gehad
om te eten.

32


Met de boot trekken ze weg

naar een plek in de woestijn,
in afzondering.

33


Velen zien hen weggaan

en herkennen (hen),
en te voet snellen ze vanuit alle steden
daarheen samen
en komen eerder aan dan zij.

34


Als hij (de boot) uitkomt

ziet hij een veelkoppige schare;
hij raakt diep bewogen over hen,
omdat zij zijn geweest ‘als schapen die
geen herder hebben’ (Num. 27,17),
en hij begint hen te onderrichten,
in vele dingen.