Instellingen

35


laten uw lendenen omgord zijn

en de lampen brandend,-

36


en gijzelf gelijkend op mensen die

hun heer verwelkomen
wanneer hij opbreekt uit de bruiloft,
opdat zij, als hij komt en klopt,
meteen voor hem zullen opendoen;

37


zalig díe dienaars

welke de heer bij zijn komst
wakker zal vinden!-

amen, zeg ik u

dat hij zich zal omgorden
en hen zal laten aanliggen;
hij zal bij hen komen en hen bedienen;

38


ook als hij in de tweede,

ook als hij in de derde wake komt
en hen zó vindt,- zalig zijn zíj!-

39


maar onderkent dit:

als de huiseigenaar had geweten
in welk uur de dief zou komen,
had hij niet in zijn huis laten inbreken;

40


ook gíj: weest gereed!,

omdat in een uur waarvan ge het niet denkt
de mensenzoon komt!