maar ik moet in een doop worden gedompeld, en hoe word ik vastgehouden totdat die is volbracht!-
51
ge denkt dat ik ben aangeland om vrede op de aarde te geven; niet!, zeg ik u, eerder verdeeldheid!-
52
want als er van nu af vijf in één huis zijn, zijn ze verdeeld: drie tegen twee en twee tegen drie;
53
verdeeld zullen zijn een vader tegen een zoon en een zoon tegen een vader; een moeder tegen een dochter en een dochter tegen de moeder; een schoonmoeder tegen haar schoondochter en een schoondochter tegen de schoonmoeder!
54
Maar ook heeft hij tot de scharen gezegd: wanneer ge in het westen een wolk ziet opkomen, zegt ge meteen: er komt regen!- en zo geschiedt;
55
en wanneer ge de zuidenwind ziet waaien zegt ge: dat wordt hitte!- en het geschiedt;
56
oordeeloompjes, het aanschijn van de aarde en de hemel weet ge naar waarde te schatten, maar dit moment, hoe is het mogelijk dat ge dat niet naar waarde schat?-