En ziedaar, een vrouw met een geestesadem die haar ziek maakt, achttien jaren lang. Ze is kromgebogen geweest, geheel en al niet bij machte zich te strekken.
12
Maar als Jezus haar ziet roept hij haar toe en zegt hij tot haar: vrouw, je bent verlost van je ziekte!
13
Hij legt haar de handen op, en onmiddellijk wordt zij opgericht,- en zij heeft God verheerlijkt.
14
Maar de overste van de samenkomst is boos dat Jezus op de sabbat heeft genezen en heeft ten antwoord tot de schare gezegd: zes dagen zijn er waarop er gewerkt moet worden; komt dan dáárop om u te laten genezen, en niet op de dag van de sabbat!
15
Maar de Heer antwoordt hem en zegt: oordeeloompjes, maakt niet ieder van u op de sabbat zijn os of ezel los van de kribbe, leidt hem weg en geeft hem te drinken?-
16
maar dan zíj die een dochter van Abraham is, en welke de satan -zie- achttien jaren gebonden heeft gehouden,- moest zij niet op de dag van de sabbat worden losgemaakt uit deze gebondenheid?
17
Als hij dit zegt zijn allen die hem weerstaan beschaamd en is heel de schare verheugd over alle heerlijke dingen die geschieden door hem.