zomaar een mens uit u die honderd schapen heeft en er uit hen één verliest, zal hij niet de negenennegentig achterlaten in de woestijn en naar het verlorene trekken tot hij het vindt?
5
En als hij het vindt legt hij het op zijn schouders en is hij verheugd;
6
als hij in het huis komt roept hij de vrienden en de buren bijeen en zegt tot hen: weest mét mij verheugd, omdat ik mijn schaap gevonden heb dat verloren was!-
7
ik zeg u: zo zal er in de hemel méér vreugde zijn over één zondaar die omkeert dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen omkeer nodig hebben!-