Maar ook heeft hij tot de leerlingen gezegd: er is zomaar een mens geweest, een rijke, die een huismeester had en deze werd bij hem aangeklaagd als een verkwister van zijn bezittingen.
Hij laat hem roepen en zegt tot hem: wat hoor ik nu over je?- geef maar de afrekening over je huismeesterschap, want huismeester vermag je niet meer te zijn!