Instellingen

11


Het geschiedt

tijdens het optrekken naar Jeruzalem
dat hij komt door het
midden van Samaria en Galilea;

12


als hij zomaar een dorp binnenkomt

treden tien mannen, huidvraatlijders,
hem tegemoet,
die van verre blijven staan;

13


zij verheffen hun stem en zeggen:

Jezus, meester, ontferm je over ons!

14


Hij ziet hen aan en zegt tot hen:

trekt op en toont uzelf
aan de heiligdomsdienaars (Lev. 13,49; 14,2-3)!
En het geschiedt als zij gáán
dat zij worden gereinigd.

15


Maar: één van hen ziet dat hij is geheeld

en keert terug,
met grote stem God verheerlijkend;

16


hij valt op het aanschijn neer

voor zijn voeten, hem dankende;
en híj is een Samaritaan geweest!

17


Maar ten antwoord zegt Jezus:

werden niet de tien gereinigd?-
de negen, waar zijn die?-

18


zijn er geen te vinden

die terugkeren en God verheerlijken
behalve deze eldersgeborene?

19


En hij zegt tot hem: sta op en trek verder,-

je geloof heeft je gered!