gaan jullie naar het dorp hiertegenover: als ge er binnentrekt zult ge vinden: een veulen, vastgebonden, waarop nog niemand van de mensen ooit heeft gezeten; maakt het los en voert het hierheen;
31
en als iemand u vraagt: waarom maakt ge dat los?- zult ge zó zeggen: ‘omdat de heer het nodig heeft’!
32
Maar de uitgezondenen gaan weg en vinden het zoals hij hun heeft gezegd;
33
maar als zij het veulen losmaken zeggen zijn heren tot hen: waarom maakt ge het veulen los?
34
Maar zij zeggen: omdat de heer het nodig heeft!
35
Ze voeren het naar Jezus, gooien hun kleren over het veulen en laten Jezus erop klimmen.
36
Maar toen hij verder trok hebben zij op de weg hun kleren uitgespreid.
37
Maar als hij uiteindelijk de afdaling van de Olijfberg nadert beginnen ze, heel de menigte der leerlingen, vol vreugde God te loven met grote stem, om alle krachten die zij hebben gezien,-
38
zeggend: gezegend hij die komt,- de koning!- in de naam van de Heer!- (Ps. 118,26) in de hemel vrede, en glorie in den hoge!