Naardense Bijbel > zoeken
En zie, er is een mens geweest in Jeruzalem wiens naam Simeon was, en deze mens was een rechtvaardige, een vrome, een verwelkomer van Israëls troosttoeroep; heilige geestesadem is over hem geweest
en hem is door de heilige Geest voorspeld dat hij de dood niet zal zien voordat hij de gezalfde van de Heer heeft gezien.
Gedreven door de Geest komt hij naar het heiligdom, en als de ouders het jongetje Jezus binnenbrengen om wat in de Wet gewoonte is met hem te doen,
ontvangt ook hij het in zijn armen en zegent God; hij zegt:
Meester, nu laat gij uw dienaar los in vrede,- naar uw woord;
want mijn ogen hebben gezien uw reddend werk
dat gij bereid hebt voor het aanschijn van alle gemeenschappen:
licht tot ontsluiering van volkeren, en de glorie van Israël, uw gemeenschap!
Zijn vader en moeder zijn verwonderd over wat over hem wordt gezegd.
Simeon zegent hen en zegt tot Maria, zijn moeder: zie, deze ligt hier tot val en opstanding van velen in Israël, tot een teken dat wordt weersproken;
maar ook door je eigen ziel zal een zwaard gaan; zó zullen uit vele harten overleggingen worden ontsluierd!