en dat, als ze de dagen voleindigd hebben, bij hun terugkeer de jongen, Jezus, in Jeruzalem is achtergebleven; zijn ouders hebben daar geen kennis van;
44
maar in de mening dat hij bij het reisgezelschap is gaan ze een dagreis ver en hebben naar hem gezocht onder die van gelijke geboorte zijn en de bekenden;
45
als ze hem niet vinden keren ze terug naar Jeruzalem en zoeken daar naar hem.
46
Het geschiedt na drie dagen dat zij hem vinden in het heiligdom; hij zit daar te midden der leermeesters, hoort naar hen en stelt vragen aan hen.
47
Maar versteld staan allen die hem horen over zijn begrip en zijn antwoorden.
48
Als ze hem zien, zijn ze uit het veld geslagen; zijn moeder zegt tot hem: kind, waarom heb je zo aan ons gedaan!- zie, je vader en ik zoeken je met smart!
49
Hij zegt tot hen: waarom hebben jullie mij gezocht?- wist ge niet dat ik zijn móet in de dingen van mijn Vader?
50
Zij begrijpen het woord niet dat hij tot hen spreekt.
51
Hij daalt met hen af en komt aan in Nazaret en heeft zich aan hen onderschikt. Zijn moeder heeft al deze woorden bewaard in haar hart.
52
Jezus is toegenomen in de wijsheid, in gestalte en genade bij God en mensen.